donderdag 15 december 2016

Bericht vanuit een strandtentje in Portsmouth, Dominica

Simone heeft gisterenavond uitgebreid gebeld vanuit Portsmouth op Dominica. Ze zat te chillen in een strandtentje aan zee! 
Dit is wat ze zoal vertelde: 

‘De reis ging hartstikke goed. Ik ben eigenlijk niet zeeziek geweest. Het ging sneller dan de tocht van IJmuiden naar Tenerife!’ 

Scheepsovername 
‘De laatste driehonderd zeemijl voor aankomst in Dominica was de scheepsovername. We leefden er al een hele tijd naartoe; we zaten af te tellen wanneer het zou beginnen. ’s Avonds gingen er rare alarmbellen rinkelen. We dachten, “wat is er nu aan de hand!?” Dat bleek het begin van de scheepsovername. 

Ik had voor banketbakker gesoliciteerd. Dat had ik zelf bedacht. Ik wilde absoluut geen wacht lopen, veel te vermoeiend. Ik dacht: als banketbakker mag ik allemaal taarten en ongezonde dingen maken! 

Ik heb iedere dag het vieruurtje en het toetje verzorgd. Het was heel leuk om te doen, maar ook heel vermoeiend om voor 45 man te bakken. Je bent heel lang bezig met koken en er valt enorm veel schoon te maken. Als je iets verprutst, zit je flink te balen want opnieuw beginnen is eigenlijk geen optie. De hele tijd stressen dus of alles wel goed gaat! 

Nog die eerste avond wilde ik meteen al iets lekkers maken. Ik wilde koekjes bakken, maar de eieren waren op. Ik baalde, want hoe kun je nu bakken zonder eieren? Gelukkig bleken er toch nog ergens 45 te zijn. Vervolgens bleek de boter zo goed als op! Dat was wel balen. Ik kon alleen nog dingen met eieren en melk maken. Ik had plannen gehad om allerlei lekkere dingen te bakken, maar er waren teveel ingrediënten die ontbraken. Alles moest anders! Die koekjes maakte ik met melk en eieren in plaats van boter. Het zijn een soort rare broodkoekjes geworden. 

De volgende dag heb ik als vieruurtje pannenkoekentaart met chocopasta gemaakt. Als toetje ‘s avonds maakte ik bonbons met sinaasappelschilletjes en geconfijte kersen uit blik, waar ik chocola overheen heb gegoten. Helaas was het zo warm dat de chocola niet hard wilde worden. Het bleef een plakboel. Maar dat maakte niemand iets uit, want het aflikken van die bakplaten was een van de lekkerste dingen! 

Gisteren heb ik als vieruurtje puddingbroodjes gemaakt. Naar het poeder voor de banketbakkersroom heb ik tweeënhalf uur lopen zoeken. Toen ik het nergens kon vinden zijn Sam, Jelle, Alexander, Wouter en nog meer mensen me gaan helpen zoeken. Uiteindelijk vond ik de zak in Jeroens kantoortje in de bank waarop we zitten als we toetsen moeten maken, onder een stapel kadootjes. 

Sam heeft me daarna geholpen de pudding te maken. We hadden uiteindelijk veel te veel, omdat Sam meer en meer wilde maken; uiteindelijk waren het twee pannen vol banketbakkersroom. Toen we ’s avonds na aankomst het feestje hadden, hebben we de tweede pan buitengezet met lepels erin: iedereen mocht eten wat hij wilde. Nu is hij al bijna leeg, dus dat werkte ook prima als toetje. 

Eigenlijk had ik gisterenavond crème brûlee willen maken, maar als we onder zeil varen staat de oven schuin. Dan zou de crème scheef in de bakplaat hebben gehangen en was hij ongelijkmatig gegaard. Ik besloot het idee te bewaren tot we voor anker zouden liggen. Misschien ga ik het morgen nog maken.’ 

Tijdens het skype-gesprek zagen we hoe de zon in de Caribische zee zakte...!
 
Meekijken met de scheepsartsen 
‘Tijdens de oversteek was er een arts aan boord, Erik. Twee mensen hadden tijdens de scheepsovername voor scheepsarts gesoliciteerd. Erik heeft hun een aantal dingen geleerd en bij sommige heb ik meegedaan. Zo heb ik leren hechten! We kregen een spons, en naald en draad om hem te hechten. Erik vond de hechting die ik had gemaakt wel van ‘professioneel niveau,’ dus als er nog eens iemand gehecht moet worden... Ik denk alleen niet dat ik het ook op een echt mens zou kunnen, met bloed enzo, dat moet ik nog maar eens even zien... 

We hebben ook leren reanimeren. We hadden een oefening aan dek. Op verschillende plekken zaten docenten; een was het slachtoffer en anderen waren omstanders die vertelden wat er was gebeurd. We oefenden de stabiele zijligging en vervolgens hadden ze een hartstilstand en moesten we reanimeren, wat we oefenden op een pop.’ 

Vissen 
En dan volgt hier nog Simones zeer grafische beschrijving van de visvangsten tijdens de oversteek, niet voor de weekhartigen onder ons: 

‘We hebben iets van vier of vijf vissen gevangen, telkens dezelfde soort. De grootste was 1.30m, echt immens! 

Als er een vis gebeten heeft, wordt er geschreeuwd: “vis!” en komt iedereen naar het achterdek gerend. Iemand haalt het mes uit de stuurhut om de vis dood te maken. Sam haalt de lijn in en trekt de vis aan boord. Hij gaat er eerst op stampen en dan steekt hij het mes door zijn nek. Dan loopt er een bloedsppoor over het dek naar het middendek. Dat gedeelte hoef ik niet te zien.
Het aan boord halen van de vis vind ik leuk, maar dat erop stampen en zo... uch! Het bloed spuit alle kanten op, dus iedereen die eromheen staat zit onder. Blèèèh! Sommigen, vooral de jongens, willen wél kijken, of ze willen zelf een keer een vis doodmaken. Trouwens, ik weet wel hoe het moet: je steekt het mes zo net achter zijn kop en dan moet je draaien.... echt... héérlijk...uh! 

En dan ligt er een grote bloedplek op het dek; met bezems en emmers water moet het bloed van het dek worden geschrobd. Lekker! 

Maar ik heb wel gekeken hoe Jelle de vissen fileerde. Daar kon ik best wel tegen, alleen toen hij de kieuwen eruit haalde vond ik dat toch iets te vies. Verder vond ik het eigenlijk wel interessant om te zien. 

Ja hoor, ik heb ook van de vissen meegegeten. Bij die grootste vis kreeg je wel een flink stuk, maar bij die kleinere vissen, als je er met 45 man van eet, krijg je maar een ministukje. Het is trouwens wel echt lekkere vis. Ze smaken alsof er al citroen op zit! 

Dan is de batterij van Simones mobiel leeg. ‘Vanavond zijn we nog uitgenodigd op een soort van reggaefeestje,’ vertelt ze als laatste. 

En die nacht... slaapt iedereen in zijn hangmat in de buitenlucht!

Met dank aan de verschillende anonieme fotografen.